PXL_20240205_144742738

“Mijn oma van 85 was nog altijd vrijwilliger, dus waarom ik niet?” Maartje heeft zich in de Corona-tijd opgegeven en is nu al 2,5 jaar maatje van mevrouw Meier Papegaaij.

Maartje werkt bij een softwarebedrijf en gaat wekelijks, onder werktijd, twee uurtjes theedrinken bij mevrouw. Zij heeft dit zo afgesproken met haar werkgever. Maartje wilde graag iets goeds doen voor een ander. Dit gevoel werd versterkt in de corona-tijd, zoals bij veel Amsterdammers, hebben wij gemerkt.

Maartje: “Ik kom uit een dorp, daar is het gemeenschapsgevoel zeker sterker is dan hier. Die mentaliteit heb ik meegenomen naar Amsterdam. Het voelt goed om mevrouw wat gezelligheid te bezorgen en het klikt ook goed. We hebben het over vroeger; bijvoorbeeld over de rol van de vrouw in de samenleving en over hoe het geloof toen nog zoveel bepaalde, zelfs de wijk waarin je ging wonen. Ook is het leerzaam te horen hoeveel rijker we nu zijn bijvoorbeeld. De verhalen van mevrouw zetten me wel aan het denken.”

Mevrouw vertelt dat ze vroeger met een aantal vrouwen zelf een bibliotheek heeft opgezet. “We hadden wel 1500 boeken en kwamen zelfs in de krant.” De kinderen en kleinkinderen van mevrouw komen ook regelmatig langs en brengen dan ook lekker eten mee. Daar geniet mevrouw enorm van. Het liefst zou ze samen met hen de boodschappen doen, zodat ze zelf kan kijken naar aanbiedingen, prijzen en merken. Maar haar kinderen en kleinkinderen zijn zo druk, dus vraagt ze het niet.

Mevrouw vertelt dat ze vroeger wel meer sociale contacten had in de woonvoorziening waar ze woont. Ze waren meer een groep en organiseerden bijvoorbeeld de nieuwjaarsreceptie. Helaas kent ze er nog maar weinig mensen. “Nu Maartje komt, heb ik iets om naar uit te kijken. Ik vind het echt heel erg gezellig. Ik praat wel meer dan Maartje, dat moet ik wel zeggen” geeft mevrouw toe.